Minister Kamp liet op verzoek van de Tweede Kamer onderzoek doen naar de effecten op toerisme en werkgelegenheid langs de kust als er windmolen parken komen in zee. Het onderzoek wijst uit dat windmolenparken op 10 zeemijl van de kust nauwelijks negatieve effecten hebben.
De onderzoekers vonden het lastig om te meten wat nou echt het gedrag is van toeristen en recreanten. De inschattingen die zij in hun onderzoek doen zijn dan ook heel ruim geformuleerd. Zelfs met deze ruime marges komen ze tot de conclusie dat de windmolenparken nauwelijks negatieve effecten hebben.
Van de toeristen en recreanten die ondervraagd zijn, blijft hooguit tien procent van de Nederlanders weg en hooguit vijf procent van de buitenlandse toeristen, bij komst van een windmolenpark. De werkgelegenheid, die in de kustplaatsen samenhangt met toerisme, kan hierdoor licht afnemen maar niet extreem. Bovendien wordt deze afname gecompenseerd door banen die worden gecreëerd bij de bouw en onderhoud van de windmolens. De verandering in werkgelegenheid komt volgens de onderzoekers per saldo uit op nul.
Er zijn echter ook toeristen die eerst niet kwamen en nu juist wel omdat er windmolenparken zijn. Sinds januari 2016 is het zowel voor de grote beroepsvaart als ook voor kleine recreatieve scheepvaart toegestaan om rondom en door de windenergieparken heen te varen. Niet alleen in Nederland maar ook in Duitsland en Engeland is dit nu ingevoerd.
De onderzoekers bestudeerden drie scenario’s. De scenario’s gaan uit van verschillende afstanden tussen de kust en de plek in zee waar de parken zouden kunnen komen. Het kabinet wil twee parken aanleggen op 18,5 kilometer van de kust. Dit is dichterbij dan de al bestaande parken die op een afstand van 22 kilometer van de kust liggen. Op onderstaande afbeelding zie je het verschil vanaf de kust tussen geen windmolenpark en windmolenparken op een afstand van 3 zeemijl, 7 zeemijl en 12 zeemijl. Om een beter idee te krijgen hoeveel er te zien is van windmolenparken op zee.
Hoe verder van de kust af hoe duurder de parken worden. Het helemaal uit het zicht plaatsen van een windmolenpark kost 1,3 miljard euro meer dan de plannen die er nu zijn waarbij de afstand 18,5 km bedraagt. De onderzoekers concluderen dat een park verder op zee duurder is rekening houdend met de afname van de schade die eventueel zou kunnen ontstaan bij een park dichterbij. Minister Kamp neemt deze conclusie over. Verschillende kustgemeenten in Noord- en Zuid-Holland geven echter aan nog steeds bezwaren te hebben tegen de huidige plannen (parken 18,5 km uit de kust).
Wethouder Jan Pieter Barnhoorn van Noordwijk zegt namens die gemeenten: “Ook wij hebben onderzoek gedaan naar de effecten van windmolens op het toerisme. Uit ons onderzoek komt een heel ander beeld naar voren. Het plaatsten van windmolens, zo dicht op de kust, is wel degelijk heel slecht voor de werkgelegenheid in de kustgemeenten.”
De kustgemeenten leggen zich niet neer bij de conclusies van de minister, zegt Barnhoorn: “Wij gaan de bevindingen uit dit rapport zelf doorrekenen. We zijn niet tegen windmolenparken, echt niet. Maar ze moeten verder van de kust af komen. Je kunt de horizon maar één keer verpesten. En dat moeten we zien te voorkomen.”
Wethouder Jan Pieter Barnhoorn ziet de windmolenparken liever op een afstand van 40 zeemijl, helemaal uit het zicht. Echter na het onderzoek opgesteld door minister Kamp, lijkt dit niet de beste oplossing. Duurzame energie moet er toch gaan komen en windmolenparken op zee leveren in Nederland tot dus ver nog steeds de meeste duurzame energie op.
